Het landschap en de Nederlandse samenleving zijn gevormd door vuur: Huiselijk vuur, Ambachtelijke vuur en Vernietigend vuur. Deze drie thema’s vormen dan ook de leidraad van de tentoonstelling Hete Vuren; de afsluitende tentoonstelling in de vierdelige reeks van Lage Landen, Koele Wateren en Hoge Luchten. Ditmaal komen schilderijen van beroemde schilders, onder wie Jan Steen, Gerard Dou en Jozef Israëls uit het depot van het Rijksmuseum naar het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Deze unieke, laatste tentoonstelling opent in het Markiezenhof en zal daarna het land doorreizen naar het Hannemahuis in Harlingen, Musea Zutphen, Museum Gouda, het Limburgs Museum in Venlo en het Westfries Museum in Hoorn.
Huiselijk vuur
Waar in de vorige drie tentoonstellingen landschappen en stadsgezichten te zien waren uit de collectie van het Rijksmuseum. Is ditmaal een groot aantal schilderijen te zien die het huiselijke leven in de 17de, 18de en 19de eeuw in Nederland weergeeft. Deze zogeheten genrestukken zijn een uniek product van Hollandse bodem; vergelijkbaar met de geschilderde ijsgezichten die ook hun oorsprong in Nederland hebben. In de genrestukken spelen haardvuur, kolenvuur en kaarslicht een hoofdrol. Het zijn vaak kleine, gezellige schilderijen die het beeld van de Nederlandse samenleving naar buiten toe deels hebben bepaald. Nederland staat tegenwoordig bijvoorbeeld mede bekend om zijn huiselijke gezelligheid en verenigingsleven.
Ambachtelijk vuur
Nederlanders hebben een nooit aflatende werkhouding. De schouders eronder zetten, is onderdeel van onze identiteit. Naast het vuur in de woning, kennen we dan ook het vuur in de werkplaats en het atelier. Voor de smid, ijzergieter en pottenbakker is het vuur onmisbaar voor het smelten, vormen en bakken van hun verkoopwaren. Voor kunstenaars is het verwarmen van het atelier van belang voor hun gezondheid en die van hun klanten. Het verdrijven van vocht en kou was daarnaast nodig voor het behouden van pigmenten en gereedschappen.
Vernietigend vuur
Misschien wel het belangrijkste aspect van vuur wordt niet vergeten in de tentoonstelling. De gevolgen van stadsbranden en kruitexplosies hebben een blijvende indruk achtergelaten op de geschiedenis, op het landschap en de mentaliteit. Nederlanders hebben het vuur gebruikt om de eigen vrijheid te winnen in de Tachtigjarige Oorlog. Het werd ook gebruikt om de landsgrenzen te verleggen naar Indië en de Caribiën. Daar is het vernietigende geweervuur en kanonnenvuur aangewend om te veroveren en te onderdrukken. Ook dit aspect van de Nederlandse geschiedenis krijgt een plaats binnen de tentoonstelling.