Het Hulster stadhuis is gebouwd op de grondvesten van de in 1485 door brand vernielde gotische ‘Halle’. Het voormalige stadhuis werd door de Hulsternaren zelf in brand gestoken. Het Gentse leger bezette Hulst. Na een straatgevecht in de Hulster binnenstad, trokken de Gentse soldaten zich terug in het stadhuis. Een patstelling… maar niet lang. De Hulstenaren namen binnen enkele uren namelijk een rigoureuze beslissing en staken hun eigen stadhuis in brand. De soldaten kwamen om in de vuurzee; maar Hulst was haar ‘Raedthuys’ kwijt.
Veertig jaar bleven de verbrande resten aan de Grote Markt te zien. Het was Keizer Karel de Vijfde die in 1528 opdracht gaf voor de bouw van het huidige markante stadhuis van Hulst. Toen hij drie jaar later op bezoek kwam in Hulst was hij zo verrukt over de nieuwbouw dat hij Hulst toestemming gaf om haar stadswapen de keizerlijke kroon te versieren met de keizerlijke kroon. En dat is zo tot op de dag van vandaag.
Wapenstenen
De toren van de Sint Willibrordus kerk werd in 1876 door bliksem getroffen. In de torentrans zaten vier wapenstenen uit de 17e eeuw. Er werd een nieuwe torenspits op gezet en de wapenstenen werden verwijderd. Drie ervan werden in het trappenbordes van het stadhuis geplaatst. Rechts het oude stadswapen van Hulst met klauwende leeuw, omringd door hulsttakken en zeven pijlen. Links het wapen van Vlaanderen met klimmende leeuw. In het midden het wapen van Oranje met een mooie spreuk. De middelste wapensteen werd in 1949 verwijderd om de ingang naar de kelder te reconstrueren. De vierde steen is teruggevonden op het Oranjebolwerk in een hoop puin achter de voormalige gasfabriek. Deze laatste twee wapenstenen zijn nu ingemetseld aan de achterzijde van het stadhuis.
Grote Markt 21, Hulst